(Onderaan tekst in het Nederlands)


El lunes el 11 de enero 2021

La Casa como Metáfora

Me ha interesado el tema de la casa como metáfora desde dos puntos de vista, que me llevan a un tercero.
Un primer acercamiento tiene que ver con que el hábitat es reflejo de la persona que lo habita. Esta persona puede ser poco social y tendrá pocas ventanas o tendrá cortinas gruesas. O será muy desordenada en su vida y su casa igual. Podrá ser cálida o fría. Por circunstancias o decisiones comparte el espacio con más personas en donde se hace un cocktail de maneras de vivir, o se está bajo la imposición de una manera diferente a lo que un individuo sería y manifestaría por su propia cuenta, a esta persona habría que preguntar cómo es su casa ideal, una suerte de autorretrato arquitectónico o una arquitectura psicológica. Me recuerdo de “La Poética del Espacio” de Gastón Bachelard.

Otra forma de ver la casa es verla como al planeta mismo. El planeta es nuestra casa, ahí podemos ver cómo la tratamos, que tanto la cuidamos, si cuando barremos ponemos el polvo debajo de la alfombra o lo enterramos o lo incineramos. En este punto la complejidad del ecosistema ha hecho difícil que la mente individualista moderna no alcance a entender la interrelación con el entorno.

Una tercera manera de ver la casa, derivada de la anterior, es verla como poniéndole ruedas o alas, el hábitat móvil, una casa suspendida en el aire, una nave espacial. Ahí la autonomía es vital, la economía en el uso de recursos es indispensable y la autosustentabilidad es básica. Acá comparto opiniones con James Lovelock, Buckminster Fuller, Edgar Morin y Humberto Maturana.

La Casa en Tiempos de Covid

De pronto se paró el tiempo, se acabó la prisa y comenzó la mirada interior, el hábitat tomó la atención. Los sueños salieron del congelador para ser atendidos, los viejos proyectos se desempolvan pues la vida con prisas no permitía ni la visión interna ni le daba prioridad al trabajo personal.

Existía la promesa de visitar a los vecinos, de colaborar con la comunidad, de caminar el bosque y la montaña, el manantial, pero la prisa no lo permitía hasta que se paró el tiempo. Entonces otra vez la abeja, la mariposa, el colibrí y el murciélago volvieron a ser importantes. Hice papel con la corteza de la rama del árbol que se cayó, un momento hermoso que compartimos con mi amigo holandés y su pequeño hijo, que son mis vecinos, esto en casa de mis otros vecinos, una preciosa familia de apicultores y mi familia. Con ellos también hice grabado. Con mi hija y mi compañera caminamos por el campo y sembramos un huerto. Con otros vecinos atendimos una granjitas de gallinas y conejos, los niños felices. Sin el trajín de las prisas la naturaleza respiró y el coyote aulló de gusto, en el mar la ballena regresó a Acapulco.

Covid 19 es una pandemia muy mala pero tenemos que aprender también de esta pandemia.





Het huis als metafoor

Ik ben geïnteresseerd in het thema huis als metafoor en beschrijf dit vanuit drie gezichtspunten.
Een eerste invalshoek is voor mij het huis dat het spiegelbeeld is van de persoon die er woont. Deze persoon kan weinig sociaal zijn en zal bijvoorbeeld weinig ramen in huis hebben of dikke gordijnen zodat de wereld buiten blijft. Of hij kan een wanordelijk persoon zijn en dat zie je terug in zijn huis. Het kan er warm zijn of koud en dat zegt dan weer iets over de persoon die er woont.
Door omstandigheden of door keuzes kan het een ruimte zijn die gedeeld wordt door meerdere personen waardoor het een cocktail wordt van diverse manieren van leven. Of de inwoner kan zijn manier van leven niet vormgeven op deze plek en dan kan je aan die persoon vragen wat zijn ideale manier van wonen zou zijn, je kan een architectonisch zelfportret maken ofwel een psychologisch zelfportret. Ik refereer hier aan ‘La Poética del Espacio’.
Dit is een boek uit 1958 over architectuur van de Franse filosoof Gaston Bachelard. Het boek wordt beschouwd als een belangrijk werk over kunst. Commentatoren hebben de opvattingen van Bachelard vergeleken met die van de filosoof Martin Heidegger.

Een andere manier is om naar onze aarde te kijken als ons huis. Wij kunnen kijken hoe wij onze planeet behandelen. Zorgen wij goed voor haar of vegen wij het afval onder ‘het tapijt’, stapelen we het vuil op? Het eco-systeem is kwetsbaar en de moderne mens snapt niet altijd even goed hoe met het milieu om te gaan.

En een derde manier is om een zelfvoorzienend huis te ontwikkelen met wielen of vleugels, een mobiel huis, een huis dat in de lucht zweeft of op het water drijft. Hier is de autonomie van vitaal belang en het zorgvuldig omgaan met de middelen die je nodig hebt is cruciaal. Zelfvoorzienend is de basis.
De opinies van James Lovelock, Buckminster Fuller, Edgar Morin en Hunberto Maturana zijn boeiend om te lezen.

Het huis in tijde van Covid

De tijd stagneert met Covid, de haast verdwijnt en wij kijken naar binnen, het huis vraagt aandacht. Dromen komen weer uit de vrieskist tevoorschijn. Oude projecten worden afgestoft en weer opgepakt. In de drukte in het normale leven is er vrijwel geen tijd om naar binnen te kijken en naar jezelf te kijken.

Ik ben eindelijk mijn belofte nagekomen om bij mijn buren op bezoek te gaan. Ik ben met de gemeenschap in het dorp aan de slag te gaan om een eco-systeem op te zetten, ben gaan wandelen in het bos en de bergen en heb de bron bezocht.
De bij is teruggekeerd, de vlinders, de kolibrie en de vleermuis. Ik heb met mijn Hollandse vriend en zijn kleine zoon papier gemaakt van de schors van de boom die op de grond lag. Ik heb mijn andere buren geholpen en geleerd van de bijen die zij houden. Met andere dorpsbewoners ben ik gaan graveren. Met mijn dochter en partner hebben we een moestuin aangelegd. En we hebben een kleine veestapel met buren opgezet en de kinderen genieten nu van de kippen en konijnen. De natuur herstelt en de coyote huilt weer in ons dal en zelfs in de zee bij Acapulco is de walvis teruggekeerd.

Covid 19 is een vreselijke pandemie maar ik wil ook laten horen dat wij moeten leren van deze pandemie.